
42
Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past en de camera
wordt automatisch ingesteld voor het beste resultaat.
Met deze opnamestand wordt de achtergrond
onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt.
¡ Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt,
worden continu-opnamen gemaakt.
¡ Voor een onscherpere achtergrond gebruikt u
een telelens en maakt u het onderwerp
beeldvullend. Of u laat het onderwerp verder van
de achtergrond af staan.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
i
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Deze opnamestand is bedoeld voor weidse
panorama's, nachtopnamen en dergelijke.
¡ Met een groothoeklens worden de diepte en de
breedte van de opname nog verder vergroot.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Gebruik deze opnamestand om close-upopnamen
te maken van bloemen, insecten en dergelijke.
¡ Stel het onderwerp zoveel mogelijk scherp bij de
kortste scherpstelafstand van de lens.
¡ Gebruik de telezijde van een zoomlens voor een
verdere vergroting.
¡ Voor betere close-ups worden een speciale
EOS-macrolens en de Macro Ring Lite (beide
optioneel) aanbevolen.
s
De AF-modus wordt automatisch ingesteld op
<
X
>, de transportmodus wordt ingesteld op
<
u
>, en de lichtmeetmodus wordt ingesteld op <
q
>.
Basisgebruik-modi
2
Portret
3
Landschap
4
Close-up
H41.book Page 42 Tuesday, August 17, 2004 2:03 PM
Comentarios a estos manuales