
21
De connectiewizard weergeven
5
Selecteer [Connectie wizard].
Het <
LAN
>-lampje op de transmitter
knippert groen.
6
Selecteer de
communicatiemethode.
Selecteer de communicatiemethode
door te verwijzen naar pagina 18.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
7
Selecteer het type LAN.
Selecteer [OK] en druk op <0> om
naar het volgende scherm te gaan.
Als [Wireless] is geselecteerd
Het scherm [Selecteer een netwerk]
verschijnt. Voor de hierop volgende
bewerkingen, zie pagina 22.
Als [Kabel] is geselecteerd
Het scherm [Inst. IP-adres]
verschijnt. Voor de hierop volgende
bewerkingen, zie pagina 29.
Gebruik een LAN-kabel van het type
STP, categorie 5e of hoger. (STP:
Shielded Twisted Pair)
Comentarios a estos manuales